Lombok, Sumatra en Bali: Orang Utan's, Olifanten en witte stranden

Alweer een tijdje geleden was onze laatste blog, waarin we net terugkwamen van Java. We hebben eerst een dagje op Bali doorgebracht in het WaterBomb waterpark, waar we alle glijbanen en de junglerivier goed uitgetest hebben.

Daarna gingen we met de boot naar Lombok. Van al het vliegen en reizen wordt je best wel moe, daarom hebben we heerlijk aan het zwembad van ons resort gelegen. Op onze laatste dag op Lombok hebben we nog een flink stuk over het eiland gereden, om de mooie stranden en andere natuur van Lombok te kunnen bekijken. Ook hebben we op Lombok een heerlijk steakhouse gevonden waar ze gewoon nederlandse bitterballen serveerden!

Vanaf Lombok namen we een boot naar Gili Air, een klein eilandje wat beschreven wordt als het paradijs van Bali. En jahoor, een wit strand en een helderblauwe zee lagen op ons te wachten! We hebben onze dagen hier doorgebracht door lekker over het strand te wandelen, te zonnen en door te duiken! Tom was helaas een beetje ziek dus Babet is in haar eentje gegaan. Het waren weer bijzonder mooie duiken, met super veel schildpadden en zelfs een aantal haaien!

We zijn niet zo lang op Gili Air gebleven, want we wilden ook nog graag naar Nusa Lembognan door. Een eiland waar in principe niet zoveel te doen is, behalve het touristische Devils Tear bezoeken en natuurlijk duiken. Dichtbij Nusa Lembognan kan je namelijk tijdens het duiken Manta Rays zien! En we hadden geluk, tijdens onze eerste 5 minuten onderwater hebben we twee manta rays kunnen zien! Ze zijn zo groot en indrukwekkend om te zien, echt heel erg cool! 

En toen moesten we het land uit. Als je langer in Indonesië wilt blijven dan 30 dagen, moet je bij binnenkomst van het land je visum kopen en dan verlengen. Wij dachten, ach we nemen wel een gratis visum, en dan vliegen we tussendoor gewoon even het land uit. Zo kwam het  dat we op vrijdagavond een vlucht van Bali naar Singapore namen met KLM. Heerlijk weer even die nederlandse gastvrijheid. Zaterdag vlogen we van Singapore naar Medan verder, om een week Sumatra te verkennen. 

Met het guesthouse in Bukit Lawang, een van de meest touristische plekken van Sumatra, regelden we een tour van een week, met al het transport en overnachtingen inbegrepen. Op onze eerste dag werden we opgehaald in Medan en begon meteen onze tour. Onze gidsen brachten ons naar een krokodillenboerderij, waar krokodillen werden opgevangen die uit gevangenschap gered waren of die niet meer in het wild konden overleven. Er zat zelfs een grote krokodillenvijver bij waar je een levend beest in kon gooien. Leuk vermaak hebben de Indonesiers. De rest van de middag bestond vooral uit autorijden en heerlijk slapen.

Op dinsdag nam een gids ons mee de jungle van Bukit Lawang in, zodat we wilde Orang Utan's konden spotten. Sommige van de orang utans die daar leven zijn uitgezet in de jungle, nadat ze in gevangenschap zijn opgegroeid. In de jungle zijn de orang utans geleerd om voor zichzelf te zorgen. Daarom komt het dat een paar van de orang utans gewend zijn aan mensen en je ze makkelijker kunt zien. Na het beklimmen van een steile bergheuvel, vonden we al snel onze eerste orang utan, met baby zelfs! Toen Tom hier 9 jaar geleden met zijn familie was, heeft hij ook orang utans gespot, maar we hadden vandaag super geluk! In totaal hebben we 11 orang utans gespot, waaronder een groot mannetje, die wel helemaal wild is. Daar mochten we niet zo dichtbij komen aangezien hij bezig was om een boom van 5 meter hoog met wortel en al uit de grond te trekken. Naast Orang Utans hebben we ook nog Thomas Leaf aapjes gezien ( de locals noemen ze funky monkeys) en pig-tail makaken. Vooral de Thomas aapjes waren helemaal niet schuw en je kon zelfs met ze op de foto als ze even stil wilden blijven zitten! We zijn ook nog een kleine cobra tegengekomen maar gelukkig konden we er met een grote boog omheen. Na onze wandeltocht kregen we lunch en werden we op tubes terug naar ons dorp gedreven. Dat was heel erg fijn en verfrissend na al dat klimmen door de stomende jungle! 

Woensdag gingen we een dagtour met een jeep doen naar Tangkahan, waar we vooral heen wilden om olifanten te kunnen wassen. Maar we hebben ook lunch gekregen aan de rand van een rivier, waarbij onze gidsen het eetplekje helemaal versierden met bloemen en wij zelf ook een prachtige kroon van bloemen opkregen. Na de lunch lieten ze ons nog de hotspring zien/voelen, die daar  in de rivier zat, en een waterval, waar vooral alle locals ons erg vreemd aankeken. En toen was het eindelijk tijd om naar de olifanten te gaan! Vroeger werden hier olifanten gebruikt om te patrouilleren in de jungle tegen de illigale houtkap, daarom hebben ze hier nog semi-wilde olifanten. Ook nu worden de olifanten niet alleen maar in een hok gezet, ze helpen ook met het tillen van takken en het vervoeren van touristen. Op de wasplek aan de rivier kregen we eerst te zien hoe de olifanten zichzelf normaal wassen. En jahoor, alle olifanten liepen met al het gemak de rivier in, sommige gingen  zelfs kopje onder, om zichzelf af te koelen. Het bekende water-met-de-slurf-spuiten deden ze ook, vooral op hun eigen rug en buik. Nadat de olifanten zichelf nat hadden gemaakt, gingen ze op hun  zij liggen en konden we ze met borstels lekker schrobben. Wat was dat tof zeg! Na het wassen mochten we de olifanten nog voeren met bananen en kregen we kusjes en een douche. 

De dag erna gingen we op weg naar Lake Toba, met onderweg een hoop tussenstops. Zo hebben we een actieve vulkaan beklommen, zagen we oude koningshuizen en stopten we op elk viewpoint. In het donker namen we de veerpont naar het plaatsje Tuk Tuk, op het eiland Samosir, dat midden in Lake Toba ligt. We hadden een prachtig resort waar we heerlijk warm konden douchen (dat kon niet in Bukit Lawang). Vrijdags namen onze gidsen ons mee naar een sumatraanse dansvoorstelling  in een museum. Ook kregen we een batik-weverij te zien, waar 10 Indonesische vrouwtjes met houten weefgetouwen mooie batikdoeken aan het maken waren. En als laatste stop kregen we een rondleiding door een oud dorpje, waar ons uitlegd werd hoe mensen gestraft werden vroeger. Tom is er zelfs nog onthoofd! s'Middags konden we lekker bij het zwembad liggen om een beetje uit te rusten (jaa reizen is zwaar hoor). 

Zaterdag brachten onze gidsen ons weer terug naar Medan, zondag vlogen we terug naar Bali. Daar zijn we vanuit het vliegveld doorgegaan naar Canggu, het surfersdorpje van Bali. 

In ons hotel in Canggu hebben we heerlijk niks gedaan, een beetje gezwommen en langs het strand gewandeld. Ook hebben we een uitstapje op de scooter gemaakt naar de Tanah Lot tempel, die bij hoogwater lijkt te 'drijven' in de zee. Toen wij er waren begon het net hoogwater te worden, maar we konden nog wel de oversteek maken naar het tempelgebouw.  Op donderdag heeft Tom ook nog een surfles gehad, waar hij ernstige spierpijn aan overhield. Het ging wel super goed, hij heeft in een paar uur veel geleerd en ook flink wat golven gepakt. 

Op vrijdag werden we naar Seminyak gebracht, waar we onze laatste dagen hebben doorgebracht in hetzelfde hotel als vorige keer in Seminyak. Het was in Canggu niet zo mooi weer, nu gelukkig weer wel! Dus we hebben heerlijk in de zon gelegen, veel rondgescooterd om voor iedereen thuis (en onszelf) souvenirs te verzamelen. Ook heeft Tom een 3-delig pak op maat laten maken hier, die we vanavond kunnen ophalen.

En dan is morgen ons avontuur weer voorbij. Na 21 weken, 147 dagen, 17 vluchten, 14 vliegvelden, 10 scooters, 1 prachtige camper, 21 campings, 17 hostels, 20 hotels, 65000 km en 6 landen komen we terug naar Nederland.